ja hartje

Individuele veiligheid

Kennen en gekend worden geldt ook op veiligheidsgebied. Onder individuele veiligheid vallen onderwerpen als medicatie, risicosignalering, MIC, MIP, roken. Goede zorg is altijd maatwerk per individu. Om hierop in te spelen is het van belang in beeld te hebben hoe het met onze cliënten en met onze zorg gaat. Zo worden per bewoner minimaal twee keer per jaar risicosignaleringen uitgevoerd, worden er ECD-audits en medicatieaudits gehouden en worden de MIC-meldingen gevolgd. Met de uitkomsten worden zowel op individueel niveau als organisatie breed plannen opgesteld en uitgevoerd, geëvalueerd, waar nodig bijgesteld en opnieuw gemeten. Zo zijn we altijd bezig met leren en ontwikkelen.

Risicosignaleringen 


Goede zorg is altijd maatwerk per individu. Het voorkomen van belangrijke zorgproblemen en de risico’s daarop wordt vastgelegd en gevolgd. Risico’s waarvoor minimaal twee keer per jaar per cliënt risicosignaleringen worden uitgevoerd zijn: Ondervoeding, huidletsel (hieronder valt ook decubitus), mondzorg, depressie, vallen, medicatiegebruik, incontinentie en wanneer van toepassing, roken. Op het moment dat er uit de risicosignalering een verhoogd risico komt, wordt hierop een doel in het zorgleefplan geformuleerd waarop dan weer minimaal 2x per jaar geëvalueerd wordt.

Medicatieveiligheid 

Joris Zorg werkt volgens de landelijke richtlijnen veilige principes in de medicatieketen.

Daarvoor zijn afspraken gemaakt met onder andere de apotheker en medisch behandelaren.
Over wie verantwoordelijk is voor de medicatiegift maken we individuele afspraken met de cliënt/verwant, waarbij we gebruik maken van de BEM-score. Deze afspraken komen in het zorgplan en worden minstens twee keer per jaar geëvalueerd. Wanneer dit mogelijk is, wordt afgesproken dat de cliënt de medicatie zelf beheert. Joris Zorg heeft veel aandacht voor veilig medicatiegebruik.
Mensen die zelfstandig wonen zijn doorgaans zelf verantwoordelijk voor het juiste gebruik van medicatie. Huisarts en apotheker letten erop dat de juiste medicatie wordt voorgeschreven en afgeleverd. Soms wordt afgesproken dat de wijkverpleegkundige de cliënt begeleidt bij medicatiegebruik, dat er een Medido wordt ingezet of dat de zorg, zorgdraagt voor de juiste manier van toedienen. De zorgmedewerkers hebben altijd een signalerende rol.

Joris zorg werkt met een geneesmiddelencommissie; hierin zit een voorschrijvend behandelaar van Novicare, de regieapotheker, een regieverpleegkundige en de beleidsadviseur. In deze commissie worden lopende zaken besproken, komen knelpunten vanuit de locaties naar voren en is aandacht voor de medicatie gerelateerde MIC-meldingen; wat speelt er, wat wordt eraan gedaan, wat is het resultaat van de acties en moeten de plannen worden bijgesteld?

MIC en MIP 

Joris Zorg heeft een MIC-commissie (meldingen incidenten cliënten). De MIC-commissie bestaat uit: Een verpleegkundig specialist, regieverpleegkundige en een beleidsadviseur (op uitnodiging: paramedici). Doelstelling van deze commissie is het analyseren van meldingen en deze vertalen naar adviezen en verbeterpunten in processen. Het gaat om het toetsen van de kwaliteit van zorg in de organisatie aan de hand van de analyse van de geregistreerde (bijna) incidenten en (bijna) fouten in de zorg, waardoor vermijdbare oorzaken die tot fouten hebben geleid, in de toekomst kunnen worden voorkomen. Op iedere locatie draagt de coördinerend verpleegkundige verantwoordelijkheid voor zorg en risicosignalering voor cliënten, en houdt mede daardoor zicht op kwaliteit van zorg in het team. De coördinerend verpleegkundige is teamgericht verantwoordelijk voor de kwaliteit en veiligheid van zorg, bewaakt, signaleert, ondersteunt en adviseert het team daarbij, en is het eerste aanspreekpunt voor het team. Zij maken (eventueel met een medewerker uit het team) aan de hand van de door de beleidsadviseur gemaakte kwartaalrapportages, analyses en adviezen (per team) een verbeterplan voor eigen team. De managers zorg houden toezicht op de uitvoering hiervan.  

Daarnaast wordt gewerkt met MIP (meldingen incidenten personeel). Deze meldingen komen bij de teamleider, die de meldingen direct oppakt. De manager heeft een bewakende rol m.b.t. opvolgen van de meldingen en de Arbo adviseur kijkt overstijgend of er op organisatieniveau onderwerpen opgepakt moeten worden. 

Omgaan met onbegrepen gedrag

Bij cliënten met dementie of andere ziekte met cognitieve stoornis, kan probleemgedrag voorkomen al probeert men dit, door zo goed mogelijk aan te sluiten bij de cliënt, zoveel mogelijk te voorkomen. Belangrijk is om de oorsprong van het probleemgedrag te begrijpen. Hierbij is een objectieve kijk van belang. In sommige situaties is het preventief werken niet voldoende en het voorkomen van probleemgedrag niet haalbaar. Probleemgedrag bij mensen met dementie wordt bepaald door meerdere factoren. Dit vraagt om een multidisciplinaire aanpak (stepped care) door professionals met ieder hun specifieke deskundigheid (psycholoog, medisch behandelaar, gedragsondersteuner, gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie/somatiek e.a. medewerkers en verwanten) onder andere met behulp van de gedragsvisite. Waar nodig kan het CCE (centrum consultatie en expertise) voor ondersteuning geconsulteerd worden. Het besluitvormingsproces van alle maatregelen, inclusief de overwogen alternatieven, wordt transparant en toetsbaar vastgelegd in het ECD.

Wzd commissie

Onvrijwillige zorg is zorg waarmee de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt en zorg waarmee de vertegenwoordiger heeft ingestemd maar waartegen de cliënt zich verzet. Dit wordt geregeld door de Wet Zorg en Dwang (Wzd). Binnen Joris Zorg werken we met een commissie, die bestaat uit een Wzd-arts, regieverpleegkundige, zorgadviseur en beleidsadviseur.
De Wzd commissie ontwikkelt het beleid, voert het uit, evalueert en past het indien nodig aan na wijzigingen van wet- en regelgeving. 
De inzet onvrijwillige zorg en de PDCA-cyclus uit de kwalitatieve analyse wordt door de Wzd commissie twee keer per jaar besproken en indien nodig aangepast.

Tekst laatst gewijzigd: 26-3-2025